Hier vindt u de paragraaf over Landbouw, tuinbouw en visserij uit het conceptverkiezingsprogramma van de VVD:
Landbouw, tuinbouw en visserij
Zonder boeren, tuinders en vissers hebben we
geen eten op tafel. Nederland heeft een agrarische sector van wereldklasse en
van wereldfaam. Dat zien we terug in de export en in de vele banen in de land-,
akker- en tuinbouw én bij de voedselverwerkingsbedrijven. Wij zijn hier trots
op en willen deze koppositie behouden en versterken. Doordat de landbouwsector
innoveert, is de voedselproductie per hectare omhoog geschoten. Gezien de
groeiende wereldbevolking is dat ook noodzakelijk. Door innovatie zijn
stikstof- en fosfaatoverschotten teruggedrongen en de Nederlandse koe stoot
door haar gebalanceerde voedsel de helft minder methaangas uit dan een koe in
België. De land- en tuinbouw verandert ook snel. De hoeveelheid beschikbare
landbouwgrond neemt af. Het aantal agrarische bedrijven is in het afgelopen
decennium afgenomen. En sommige varkenshouderijen en tuinders hebben nauwelijks
voldoende armslag om te investeren in de toekomst. Tegelijkertijd is de
Nederlandse agrarische sector zeer innovatief in vergelijking met andere landen.
Want ondanks tegenslagen blijven boeren en tuinders investeren, werken ze mee
aan technologische innovaties en zijn ze voortdurend op zoek naar kansen om hun
bedrijf te vernieuwen. Bij het produceren van ons voedsel houden ze rekening
met natuur, milieu en omgeving. Wij hebben oog voor de boerenbedrijven en staan
voor een innovatieve landbouwsector die op een eerlijke manier kan concurreren
met de landen om ons heen. Door slimme technologie en in samenwerking met de
omgeving halen we het beste resultaat uit de grond, met zo min mogelijk
belasting voor het milieu en omwonenden. Ook de Nederlandse visserijsector
loopt voorop als het gaat om innovaties. Door het investeren in nieuwe
vangsttechnieken, in overleg met wetenschap, overheid en natuurorganisaties,
kan ook in die sector een duurzame toekomst worden gegarandeerd.
■ Nederland moet het voortouw nemen om het
Europese beleid om te vormen tot een landbouwen voedselbeleid waarin de thema’s
voedselveiligheid en voedselzekerheid centraal staan. Wij willen dat het
Europese landbouwbudget niet langer wordt ingezet om de klassieke landbouw te
subsidiëren, maar plaatsmaakt voor subsidiëring van innovatieve, hoog
productieve en efficiënte landbouw en akkerbouw. Met een hogere opbrengst per
hectare wordt er genoeg voedsel geproduceerd én blijft er voldoende ruimte over
voor recreatie en natuur. Hierdoor kan het Europese landbouwbudget worden
verlaagd en kunnen ook Europese regels worden geschrapt.
■ Wij willen een gelijk internationaal
speelveld voor de hele land-, akker- en tuinbouw, met in ieder geval de
Europese landen. Antibioticagebruik in de veehouderij moet niet alleen in de
Nederlandse landbouw aan banden worden gelegd, maar in heel Europa. Het is goed
dat er aandacht is voor het welzijn van boerderijdieren binnen Europa. Dat
leidt ook tot eerlijke concurrentie. Nederland loopt namelijk al voorop als het
gaat om dierenwelzijn. Wij moeten de Europese richtlijnen niet strenger
invoeren dan door de Europese Unie wordt voorgeschreven.
■ Nederland loopt dus voorop op het gebied van
dierenwelzijn. Het is daarbij van belang dat we dieren centraal stellen en niet
ouderwetse denkbeelden. Zo moet de leefruimte per koe belangrijker zijn dan het
totaal aantal koeien per stal. De leefruimte is immers ook afhankelijk van de
omvang van een stal. En dankzij innovaties als de melkrobot kan de koe zelf
bepalen wanneer zij gemolken wordt. Dit is niet alleen diervriendelijker, maar
leidt er ook toe dat de melkproductie per koe kan toenemen. De koe kan hierdoor
namelijk vaker worden gemolken. Wij staan daarom juist positief tegenover dit
soort innovaties in de landbouw. Daarbij kan extra aandacht uitgaan naar een
goede landschappelijke inpassing van grotere boerenbedrijven.
■ De veehouderij staat de laatste jaren onder
druk. Door het wegvallen van afzetmarkten, lagere prijzen en wereldwijde
concurrentie, hebben veel boeren het zwaar. Vanuit de verschillende sectoren
wordt het initiatief genomen om tot een vitaliseringsplan te komen, zoals het
Actieplan Vitalisering Varkenshouderij. Wij juichen dit initiatief van de
sectoren toe. De overheid kan een bijdrage leveren door goed te kijken waar
wetgeving ondernemers onnodig in de weg zit en waar regels leiden tot een beperking
van de concurrentiekracht.
■ Het kwekersrecht is van vitaal belang voor
onze veredelaars. Door constante veredeling stellen we onze voedselproductie in
de toekomst veilig, zodat onder meer ziektes en het veranderende klimaat er
geen vat op krijgen. Octrooien op planteigenschappen kunnen deze belangrijke
veredeling in de weg staan. Wij willen dat er weer een goede balans komt tussen
de noodzakelijke kwekersvrijstelling en het octrooirecht.
■ Niet alleen Europese regels, maar ook het
waterpeilbeheer, de natuurdoelstellingen, de waterkwaliteit en de
bodemvruchtbaarheid beïnvloeden het succes van een landbouwonderneming. Deze
factoren hangen met elkaar samen en kunnen slechts gedeeltelijk door een
individuele boer worden beïnvloed. Om landbouwgebieden te laten floreren, moet
dus voorbij de grenzen van een individueel bedrijf worden gekeken. Samenwerking
tussen boeren onderling, en met waterschappen en provincie, is noodzakelijk.
Het is bovendien nodig een goed beeld te krijgen van de bijdrage van andere bronnen
dan de agrarische sector aan de concentratie van voedingsstoffen in het
Nederlandse water.
■ Gebieden zijn verschillend qua ondergrond,
temperatuur en natuurwaarde. Overheden dienen zich behulpzaam op te stellen en
meer oog te hebben voor deze verschillen. Zo willen we specifieke inzet van
gewasbeschermingsmiddelen, passend bij de locatie. Met nieuwe technische
toepassingen kunnen we ziekten in gewassen effectiever bestrijden. Als we in de
kern van een besmettingshaard voldoende beschermingsmiddelen kunnen inzetten,
hebben we tegelijkertijd voor het landbouwgebied als geheel veel minder van die
middelen nodig. De ontwikkelingen binnen de precisielandbouw dragen bij aan een
selectiever gebruik van beschermingsmiddelen en gerichter gebruik van grondstoffen.
■ Milieu- en landbouwdoelen gaan vaak samen. Zo
kunnen waardevolle mineralen en fosfaat inmiddels uit mest en afvalwater worden
verwijderd, zodat ze niet in het milieu terechtkomen. Overheden,
natuurbeschermers, afnemers van fosfaat en landbouworganisatie moeten de handen
ineenslaan om te zorgen dat deze technologische vooruitgang op grote schaal
gaat worden toegepast. Wij willen het aantal pilots met mineralenconcentraat
uitbreiden en ons in Europa inzetten voor het aanpassen van de gebruiksnormen. Zo
bieden we kansen aan ondernemers en hebben we tegelijkertijd oog voor het
milieu.
■ In de afgelopen jaren is er veel wet- en
regelgeving op het gebied van de productie, het gebruik en de verwerking van
mest bijgekomen. Hierdoor lopen veel regels langs en door elkaar heen.
Daarnaast heeft de innovatie de afgelopen jaren niet stilgestaan en zijn we in
staat om vanuit mest kostbare grondstoffen te herwinnen. Hiermee kunnen
Nederlandse agrariërs een belangrijke bijdrage leveren aan een circulaire
economie. Wet- en regelgeving op het gebied van mest mag de innovatie niet in
de weg staan. In de wetgeving moet de nadruk komen te liggen op innovatie,
hergebruik en verwerking.
■ Wij zijn voor experimenteer- en
onderzoeksmogelijkheden naar de samenstelling van diervoeding en genetisch
gemodificeerde gewassen. Ook nieuwe voedingsbronnen zoals insecten sluiten
hierop aan. Daarbij staan volksgezondheid en voedselveiligheid voorop. Je moet
kunnen vertrouwen op de kwaliteit van voedsel. Dit betekent dat de Nederlandse Voedsel-
en Warenautoriteit (NVWA) moet ingrijpen als de voedselveiligheid of een
product onder de maat is.
■ Een goed functionerende NVWA is van belang
voor onze concurrentiepositie. De NVWA moet wel grondig worden doorgelicht op
kosteneffectiviteit zodat de tarieven die zij doorberekent aan bedrijven kunnen
worden verlaagd. Zo betalen bedrijven niet langer mee aan de inefficiëntie van
de NVWA. Daarnaast willen wij dat de NVWA exportcertificaten en
keuringsdocumenten ook in het weekend gaat afgeven.
■ Wij willen de koppositie van de
visserijsector op het gebied van innovaties behouden. De Nederlandse visser mag
bij nieuwe vismethoden, zoals de pulskor of mosselzaad-invanginstallaties, niet
worden dwarsgezeten door verouderde regels of belangen van andere landen. Zo
kan de Nederlandse visserij haar voorsprong behouden.
■ Er moet een gelijk speelveld voor onze
Nederlandse vissers zijn. Daarvoor is van belang dat er afspraken worden
gemaakt met alle EU-lidstaten rond de Noordzee om de handhaving van de aanlandplicht
overal op dezelfde manier te laten plaatsvinden. Er mogen niet meer visgebieden
worden gesloten dan noodzakelijk is vanuit Europese wetgeving. Waar mogelijk
draaien we besluiten daarover terug.
■ De Nederlandse visserijsector moet bovendien,
naar Brits voorbeeld, meer mogelijkheden krijgen voor doorvaart en medegebruik
van bestaande windmolenparken op zee. Dit kan in samenspraak met de beheerder
van de windmolenparken. Bij de ontwikkeling van nieuwe windmolenparken op zee
dient de visserijsector betrokken te worden, zodat de mogelijkheden tot
doorvaart en medegebruik van tevoren kunnen worden besproken.
Natuur
Hoewel er steeds meer gebieden in Nederland
zijn bebouwd, toont de natuur in de afgelopen 25 jaar herstel. Nederland heeft
een grote rijkdom aan plant- en diersoorten en de biodiversiteit neemt toe. Met
de Noordzee, de Hoge Veluwe, de Waddenzee en de Zeeuwse delta hebben we unieke
natuur van wereldbelang. We vinden natuur belangrijk, maar de regels voor
natuurbescherming ervaren we soms als star of irrationeel. Mensen maken zich
zorgen of de mens door verdere bevolkingsgroei niet te veel ruimte gaat
claimen. Er moet altijd worden gezocht naar evenwicht tussen natuur aan de ene
kant en ruimte voor bebouwing, verkeer en landbouw aan de andere kant. Alleen
bij een goede balans wordt de bevolkingsgroei op een realistische manier
opgevangen en behouden en versterken we tegelijkertijd de natuur.
■ Een andere kijk op natuurbescherming, met
realistische doelstellingen, levert meer draagvlak voor natuur op. De
bescherming is nu onoverzichtelijk. Zo zijn er nationale landschappen,
nationale parken, Natura 2000-gebieden, natuurnetwerken, stiltegebieden en
natuurlijke habitats. Deze wirwar irriteert en is niet effectief. Er moet dus
een eenduidige aanduiding en indeling komen van gebieden, waarbij meteen helder
is wie voor een gebied verantwoordelijk is. Nu alle natuurdoelen van Natura
2000-gebieden zijn uitgekamd, willen we dat ook de wetgeving wordt opgeschoond.
■ Er moet meer transparantie komen over de
kosten van beheer en onderhoud van onze natuur. Organisaties die natuurgebieden
beheren, kunnen dan beter worden gecontroleerd op de effectiviteit van de
uitgaven. Niet het geld moet centraal staan, maar de resultaten die daarmee
worden behaald. Zo krijgen we ook meer inzicht in de beste beheermethode. Soms
is dat door samen te werken met boeren en afspraken te maken over begrazing en
maaibeheer.
■ We willen particulieren, ondernemers en
maatschappelijke organisaties meer betrekken bij het natuurbeheer om samen de
kansen te pakken. Dat kan op verschillende manieren: bijvoorbeeld als pachter,
aandeelhouder, donateur of vrijwilliger. Er liggen kansen om snoeiafval niet
als dure kostenpost te beschouwen, maar te gebruiken als grondstof voor een
biomassa-energiecentrale. Hiervan profiteren zowel het energiebedrijf als de
beheerorganisatie: een voorbeeld van nieuwe verdienmodellen. En we kunnen
bijvoorbeeld ook tijdelijke natuur aanleggen op braakliggende
bedrijfsterreinen.
■ Er zijn steeds meer mensen die willen recreëren en genieten van rust en ruimte. Maar niet
iedereen wil dat midden in een beschermd natuurgebied. Vaak zijn er ook andere
mooie landschappen, parken en recreatieroutes in de buurt. Bij het aanleggen
van recreatiemogelijkheden willen wij ook dat door overheid, organisaties en
ondernemers gezamenlijk naar mogelijkheden in de omgeving wordt gekeken. Fiets-
en wandelpaden, kano-verbindingen en parkeerplaatsen kunnen zo worden aangelegd
dat dieren en planten geen overbodige hinder van mensen ondervinden en mensen
tegelijkertijd niet met hekken buiten de natuurgebieden hoeven te worden
gehouden.
■ Voor goed natuurbeheer is ook goed
faunabeheer nodig. Provincies gaan over de natuurbescherming, maar niet over
dierenwelzijn binnen de natuurgebieden. Dit belemmert een effectief
natuurbeheer. Wij willen daarom dat faunabeheer binnen de natuurgebieden ook de
taak wordt van provincies.
■ Huisdieren zijn vaak een belangrijk onderdeel
van het gezin. Gelukkig zorgen de meeste mensen met liefde voor hun huisdier.
Dierenmishandeling is schandalig en daar treden we dus hard tegen op.
Bijtincidenten door bijvoorbeeld honden hebben een grote impact op slachtoffers.
Wij willen dat er een goede registratie en verwerking komt van het aantal
incidenten.