Inhoudelijke sessie Thematisch Netwerk LNV

Bespreken verkiezingsprogramma Zeker Nederland 2017-2021

Hier vindt u de paragraaf over Landbouw, tuinbouw en visserij uit het conceptverkiezingsprogramma van de VVD:

Landbouw, tuinbouw en visserij

Zonder boeren, tuinders en vissers hebben we geen eten op tafel. Nederland heeft een agrarische sector van wereldklasse en van wereldfaam. Dat zien we terug in de export en in de vele banen in de land-, akker- en tuinbouw én bij de voedselverwerkingsbedrijven. Wij zijn hier trots op en willen deze koppositie behouden en versterken. Doordat de landbouwsector innoveert, is de voedselproductie per hectare omhoog geschoten. Gezien de groeiende wereldbevolking is dat ook noodzakelijk. Door innovatie zijn stikstof- en fosfaatoverschotten teruggedrongen en de Nederlandse koe stoot door haar gebalanceerde voedsel de helft minder methaangas uit dan een koe in België. De land- en tuinbouw verandert ook snel. De hoeveelheid beschikbare landbouwgrond neemt af. Het aantal agrarische bedrijven is in het afgelopen decennium afgenomen. En sommige varkenshouderijen en tuinders hebben nauwelijks voldoende armslag om te investeren in de toekomst. Tegelijkertijd is de Nederlandse agrarische sector zeer innovatief in vergelijking met andere landen. Want ondanks tegenslagen blijven boeren en tuinders investeren, werken ze mee aan technologische innovaties en zijn ze voortdurend op zoek naar kansen om hun bedrijf te vernieuwen. Bij het produceren van ons voedsel houden ze rekening met natuur, milieu en omgeving. Wij hebben oog voor de boerenbedrijven en staan voor een innovatieve landbouwsector die op een eerlijke manier kan concurreren met de landen om ons heen. Door slimme technologie en in samenwerking met de omgeving halen we het beste resultaat uit de grond, met zo min mogelijk belasting voor het milieu en omwonenden. Ook de Nederlandse visserijsector loopt voorop als het gaat om innovaties. Door het investeren in nieuwe vangsttechnieken, in overleg met wetenschap, overheid en natuurorganisaties, kan ook in die sector een duurzame toekomst worden gegarandeerd.

Nederland moet het voortouw nemen om het Europese beleid om te vormen tot een landbouwen voedselbeleid waarin de thema’s voedselveiligheid en voedselzekerheid centraal staan. Wij willen dat het Europese landbouwbudget niet langer wordt ingezet om de klassieke landbouw te subsidiëren, maar plaatsmaakt voor subsidiëring van innovatieve, hoog productieve en efficiënte landbouw en akkerbouw. Met een hogere opbrengst per hectare wordt er genoeg voedsel geproduceerd én blijft er voldoende ruimte over voor recreatie en natuur. Hierdoor kan het Europese landbouwbudget worden verlaagd en kunnen ook Europese regels worden geschrapt.

Wij willen een gelijk internationaal speelveld voor de hele land-, akker- en tuinbouw, met in ieder geval de Europese landen. Antibioticagebruik in de veehouderij moet niet alleen in de Nederlandse landbouw aan banden worden gelegd, maar in heel Europa. Het is goed dat er aandacht is voor het welzijn van boerderijdieren binnen Europa. Dat leidt ook tot eerlijke concurrentie. Nederland loopt namelijk al voorop als het gaat om dierenwelzijn. Wij moeten de Europese richtlijnen niet strenger invoeren dan door de Europese Unie wordt voorgeschreven.

Nederland loopt dus voorop op het gebied van dierenwelzijn. Het is daarbij van belang dat we dieren centraal stellen en niet ouderwetse denkbeelden. Zo moet de leefruimte per koe belangrijker zijn dan het totaal aantal koeien per stal. De leefruimte is immers ook afhankelijk van de omvang van een stal. En dankzij innovaties als de melkrobot kan de koe zelf bepalen wanneer zij gemolken wordt. Dit is niet alleen diervriendelijker, maar leidt er ook toe dat de melkproductie per koe kan toenemen. De koe kan hierdoor namelijk vaker worden gemolken. Wij staan daarom juist positief tegenover dit soort innovaties in de landbouw. Daarbij kan extra aandacht uitgaan naar een goede landschappelijke inpassing van grotere boerenbedrijven.

De veehouderij staat de laatste jaren onder druk. Door het wegvallen van afzetmarkten, lagere prijzen en wereldwijde concurrentie, hebben veel boeren het zwaar. Vanuit de verschillende sectoren wordt het initiatief genomen om tot een vitaliseringsplan te komen, zoals het Actieplan Vitalisering Varkenshouderij. Wij juichen dit initiatief van de sectoren toe. De overheid kan een bijdrage leveren door goed te kijken waar wetgeving ondernemers onnodig in de weg zit en waar regels leiden tot een beperking van de concurrentiekracht.

Het kwekersrecht is van vitaal belang voor onze veredelaars. Door constante veredeling stellen we onze voedselproductie in de toekomst veilig, zodat onder meer ziektes en het veranderende klimaat er geen vat op krijgen. Octrooien op planteigenschappen kunnen deze belangrijke veredeling in de weg staan. Wij willen dat er weer een goede balans komt tussen de noodzakelijke kwekersvrijstelling en het octrooirecht.

Niet alleen Europese regels, maar ook het waterpeilbeheer, de natuurdoelstellingen, de waterkwaliteit en de bodemvruchtbaarheid beïnvloeden het succes van een landbouwonderneming. Deze factoren hangen met elkaar samen en kunnen slechts gedeeltelijk door een individuele boer worden beïnvloed. Om landbouwgebieden te laten floreren, moet dus voorbij de grenzen van een individueel bedrijf worden gekeken. Samenwerking tussen boeren onderling, en met waterschappen en provincie, is noodzakelijk. Het is bovendien nodig een goed beeld te krijgen van de bijdrage van andere bronnen dan de agrarische sector aan de concentratie van voedingsstoffen in het Nederlandse water.

Gebieden zijn verschillend qua ondergrond, temperatuur en natuurwaarde. Overheden dienen zich behulpzaam op te stellen en meer oog te hebben voor deze verschillen. Zo willen we specifieke inzet van gewasbeschermingsmiddelen, passend bij de locatie. Met nieuwe technische toepassingen kunnen we ziekten in gewassen effectiever bestrijden. Als we in de kern van een besmettingshaard voldoende beschermingsmiddelen kunnen inzetten, hebben we tegelijkertijd voor het landbouwgebied als geheel veel minder van die middelen nodig. De ontwikkelingen binnen de precisielandbouw dragen bij aan een selectiever gebruik van beschermingsmiddelen en gerichter gebruik van grondstoffen. Milieu- en landbouwdoelen gaan vaak samen. Zo kunnen waardevolle mineralen en fosfaat inmiddels uit mest en afvalwater worden verwijderd, zodat ze niet in het milieu terechtkomen. Overheden, natuurbeschermers, afnemers van fosfaat en landbouworganisatie moeten de handen ineenslaan om te zorgen dat deze technologische vooruitgang op grote schaal gaat worden toegepast. Wij willen het aantal pilots met mineralenconcentraat uitbreiden en ons in Europa inzetten voor het aanpassen van de gebruiksnormen. Zo bieden we kansen aan ondernemers en hebben we tegelijkertijd oog voor het milieu.

In de afgelopen jaren is er veel wet- en regelgeving op het gebied van de productie, het gebruik en de verwerking van mest bijgekomen. Hierdoor lopen veel regels langs en door elkaar heen. Daarnaast heeft de innovatie de afgelopen jaren niet stilgestaan en zijn we in staat om vanuit mest kostbare grondstoffen te herwinnen. Hiermee kunnen Nederlandse agrariërs een belangrijke bijdrage leveren aan een circulaire economie. Wet- en regelgeving op het gebied van mest mag de innovatie niet in de weg staan. In de wetgeving moet de nadruk komen te liggen op innovatie, hergebruik en verwerking.

Wij zijn voor experimenteer- en onderzoeksmogelijkheden naar de samenstelling van diervoeding en genetisch gemodificeerde gewassen. Ook nieuwe voedingsbronnen zoals insecten sluiten hierop aan. Daarbij staan volksgezondheid en voedselveiligheid voorop. Je moet kunnen vertrouwen op de kwaliteit van voedsel. Dit betekent dat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) moet ingrijpen als de voedselveiligheid of een product onder de maat is.

Een goed functionerende NVWA is van belang voor onze concurrentiepositie. De NVWA moet wel grondig worden doorgelicht op kosteneffectiviteit zodat de tarieven die zij doorberekent aan bedrijven kunnen worden verlaagd. Zo betalen bedrijven niet langer mee aan de inefficiëntie van de NVWA. Daarnaast willen wij dat de NVWA exportcertificaten en keuringsdocumenten ook in het weekend gaat afgeven.

Wij willen de koppositie van de visserijsector op het gebied van innovaties behouden. De Nederlandse visser mag bij nieuwe vismethoden, zoals de pulskor of mosselzaad-invanginstallaties, niet worden dwarsgezeten door verouderde regels of belangen van andere landen. Zo kan de Nederlandse visserij haar voorsprong behouden.

Er moet een gelijk speelveld voor onze Nederlandse vissers zijn. Daarvoor is van belang dat er afspraken worden gemaakt met alle EU-lidstaten rond de Noordzee om de handhaving van de aanlandplicht overal op dezelfde manier te laten plaatsvinden. Er mogen niet meer visgebieden worden gesloten dan noodzakelijk is vanuit Europese wetgeving. Waar mogelijk draaien we besluiten daarover terug.

De Nederlandse visserijsector moet bovendien, naar Brits voorbeeld, meer mogelijkheden krijgen voor doorvaart en medegebruik van bestaande windmolenparken op zee. Dit kan in samenspraak met de beheerder van de windmolenparken. Bij de ontwikkeling van nieuwe windmolenparken op zee dient de visserijsector betrokken te worden, zodat de mogelijkheden tot doorvaart en medegebruik van tevoren kunnen worden besproken.

 

Natuur

Hoewel er steeds meer gebieden in Nederland zijn bebouwd, toont de natuur in de afgelopen 25 jaar herstel. Nederland heeft een grote rijkdom aan plant- en diersoorten en de biodiversiteit neemt toe. Met de Noordzee, de Hoge Veluwe, de Waddenzee en de Zeeuwse delta hebben we unieke natuur van wereldbelang. We vinden natuur belangrijk, maar de regels voor natuurbescherming ervaren we soms als star of irrationeel. Mensen maken zich zorgen of de mens door verdere bevolkingsgroei niet te veel ruimte gaat claimen. Er moet altijd worden gezocht naar evenwicht tussen natuur aan de ene kant en ruimte voor bebouwing, verkeer en landbouw aan de andere kant. Alleen bij een goede balans wordt de bevolkingsgroei op een realistische manier opgevangen en behouden en versterken we tegelijkertijd de natuur.

Een andere kijk op natuurbescherming, met realistische doelstellingen, levert meer draagvlak voor natuur op. De bescherming is nu onoverzichtelijk. Zo zijn er nationale landschappen, nationale parken, Natura 2000-gebieden, natuurnetwerken, stiltegebieden en natuurlijke habitats. Deze wirwar irriteert en is niet effectief. Er moet dus een eenduidige aanduiding en indeling komen van gebieden, waarbij meteen helder is wie voor een gebied verantwoordelijk is. Nu alle natuurdoelen van Natura 2000-gebieden zijn uitgekamd, willen we dat ook de wetgeving wordt opgeschoond.

Er moet meer transparantie komen over de kosten van beheer en onderhoud van onze natuur. Organisaties die natuurgebieden beheren, kunnen dan beter worden gecontroleerd op de effectiviteit van de uitgaven. Niet het geld moet centraal staan, maar de resultaten die daarmee worden behaald. Zo krijgen we ook meer inzicht in de beste beheermethode. Soms is dat door samen te werken met boeren en afspraken te maken over begrazing en maaibeheer.

We willen particulieren, ondernemers en maatschappelijke organisaties meer betrekken bij het natuurbeheer om samen de kansen te pakken. Dat kan op verschillende manieren: bijvoorbeeld als pachter, aandeelhouder, donateur of vrijwilliger. Er liggen kansen om snoeiafval niet als dure kostenpost te beschouwen, maar te gebruiken als grondstof voor een biomassa-energiecentrale. Hiervan profiteren zowel het energiebedrijf als de beheerorganisatie: een voorbeeld van nieuwe verdienmodellen. En we kunnen bijvoorbeeld ook tijdelijke natuur aanleggen op braakliggende bedrijfsterreinen.

Er zijn steeds meer mensen die willen recreëren en genieten van rust en ruimte. Maar niet iedereen wil dat midden in een beschermd natuurgebied. Vaak zijn er ook andere mooie landschappen, parken en recreatieroutes in de buurt. Bij het aanleggen van recreatiemogelijkheden willen wij ook dat door overheid, organisaties en ondernemers gezamenlijk naar mogelijkheden in de omgeving wordt gekeken. Fiets- en wandelpaden, kano-verbindingen en parkeerplaatsen kunnen zo worden aangelegd dat dieren en planten geen overbodige hinder van mensen ondervinden en mensen tegelijkertijd niet met hekken buiten de natuurgebieden hoeven te worden gehouden.

Voor goed natuurbeheer is ook goed faunabeheer nodig. Provincies gaan over de natuurbescherming, maar niet over dierenwelzijn binnen de natuurgebieden. Dit belemmert een effectief natuurbeheer. Wij willen daarom dat faunabeheer binnen de natuurgebieden ook de taak wordt van provincies.

Huisdieren zijn vaak een belangrijk onderdeel van het gezin. Gelukkig zorgen de meeste mensen met liefde voor hun huisdier. Dierenmishandeling is schandalig en daar treden we dus hard tegen op. Bijtincidenten door bijvoorbeeld honden hebben een grote impact op slachtoffers. Wij willen dat er een goede registratie en verwerking komt van het aantal incidenten.