Bijdrage Helma Lodders Landbouwdebat

Ik neem u graag mee in de verschillende onderwerpen die ik tijdens deze begrotingsbehandeling naar voren heb gebracht. Aan het eind van deze nieuwsbrief treft u de link naar mijn actieplan ‘Nederland Pieperland’ die ik tijdens deze begrotingsbehandeling heb overhandigd aan de staatssecretaris. In dit actieplan doe ik een aantal concrete voorstellen voor de toekomst van de aardappelteelt, maar ook van belang zijn voor andere teelten.

Nederland is al een aantal jaren op rij de tweede voedselexporteur van de wereld. De Nederlandse land- en tuinbouw en visserij loopt voorop in innovatieve ontwikkelingen, zoals precisielandbouw, oplossingen voor de CO2 reductie en we hebben inmiddels ook de meest duurzame vissersvloot ter wereld. De sector is hoog productief en zeer efficiënt. Met andere woorden, met weinig grond en grondstoffen wordt er veel voedsel geproduceerd. Dat gebeurt op een zorgvuldige manier. Zo is het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en antibiotica in de veehouderij in de afgelopen jaren verder teruggedrongen. In de Noordzee zien we de vispopulatie groeien.

Veel politieke partijen doen ons geloven dat het ongelooflijk slecht gaat met Nederland. We hebben echter heel hard gewerkt om na de crisis de basis weer op orde te krijgen. En daar beginnen we nu ook echt de vruchten van te plukken. De werkgelegenheid neemt toe en meer mensen vinden gelukkig weer een baan. We hebben vaak, tegen de publieke opinie in, moeilijke beslissingen durven nemen. We konden rekenen op veel kritiek van de oppositie, maar de cijfers tonen aan dat we verstandige beslissingen hebben genomen. We hebben de basis op orde gebracht en nu kunnen we stap voor stap werken aan een beter ondernemingsklimaat waar ook de boeren, tuinders en vissers van moeten profiteren.
In de ban van de pieper
Tijdens de voorbereiding van deze begroting heb ik mij laten inspireren door een rapport van de ABN AMRO "In de ban van de pieper". In dit rapport waarschuwt de bank dat de aardappelteelt uit Nederland dreigt te verdwijnen zonder een Europees gelijk speelveld. Voor mij aanleiding om verschillende bedrijven in de aardappelsector te bezoeken. Van veredeling, teelt, afzet en export tot en met het product, de aardappel, op tafel. In de vorige nieuwsbrief heeft u hier al iets over gelezen. Niet alleen de regelgeving kwam aan de orde, maar ook de uitdagingen waar de landbouw voor staat: klimaatverandering, voedselzekerheid en voedselveiligheid. Het zijn uitdagingen waar de boer en tuinder over nadenken. Uitdagingen die verder reiken dan het boerenerf.
Veredeling
De veredeling van planten staat aan het begin van onze voedselketen. We zijn in staat om een aardappel te ontwikkelen die resistent is tegen ziektes en schimmels en een aardappel die beter gedijt in zout of brak water. Op dit moment lijkt de veredeling echter stil te staan. Brussel geeft geen duidelijkheid of nieuwe technieken wel of niet mogen worden gebruikt. Ik heb het kabinet oproepen om met meer daadkracht aan dit dossier te trekken. De veredeling kan bijdragen aan belangrijke oplossingen voor klimaatverandering en voedselzekerheid. Niet alleen in Nederland, ook in de rest van de wereld.
We zien een steeds sterkere interesse voor de aardappel wereldwijd. Dat is logisch. Voor de productie van 1 kilo rijst is 2.000 tot 5.000 liter water nodig. En in de wetenschap dat zoet water steeds schaarser wordt, is het heel interessant om te zien dat wereldwijd voor 1 kilo aardappelen maar 290 liter water nodig is. In Nederland zijn we zelfs in staat om voor de productie van 1 kilo aardappelen slechts 100 liter water te gebruiken.
Veredelingstechnieken moeten veilig zijn voor mens, plant, dier en omgeving. Zeker als het gaat om technieken waarbij vreemd DNA wordt gebruikt. Maar de technieken die veilig zijn, moeten ook kunnen worden ingezet. Nederland mag haar positie in de veredeling niet verliezen. Daarnaast is het van cruciaal belang dat de Nederlandse en Europese kennis op dit dossier op orde is. De rest van de wereld zit niet stil en technieken die aan de andere kant van de wereld worden bedacht, moeten met onze eigen kennis kunnen worden beoordeeld op veilig gebruik.

De VVD staat voorlopig nog alleen in het zoeken naar nieuwe, veilige technieken. CRISPR/Cas9 is een voorbeeld van een nieuwe, veilige techniek. Hier wordt geen gebruik gemaakt van genen van buitenaf, maar zijn het de genen van de plant zelf die zorgen voor het uitschakelen of verzwakken van bacteriën. Ik heb een motie ingediend om een vrijstelling van CRISPR/Cas9 te bepleiten en om de Europese Commissie aan te sporen tot een spoedig besluit op nieuwe veredelingstechnieken in relatie tot de GMO-wetgeving. Deze motie heb ik nog niet in stemming gebracht. Ik wil de komende maanden werken aan een bredere steun voor deze motie. Samen met collega Remco Bosma blijf ik dit punt op de agenda zetten. Nederland mag haar positie in de veredeling niet verliezen.
Precisielandbouw
Stond vroeger de GPS al symbool voor de precisielandbouw, de technieken van vandaag de dag gaan veel verder. Tijdens de werkbezoeken heb ik gezien hoe met de nieuwste meettechnieken in combinatie met ICT-toepassingen de bodemgesteldheid in beeld wordt gebracht. Soms al met de inzet van drones. Tijdens het oogsten wordt de opbrengst aan deze data toegevoegd. De ondernemer beschikt over een grote hoeveelheid informatie, waardoor hij heel gericht kan bemesten of de gewassen tegen ziekten en schimmels kan beschermen. Precisielandbouw is het omgaan met variatie. Daarom zal ook de regelgeving ruimte moeten bieden om hier op in te spelen.
Vorig jaar heb ik het kabinet opgeroepen om de belemmeringen in de regelgeving met betrekking tot de precisielandbouw in kaart te brengen en met een concrete aanpak te komen om die belemmeringen weg te nemen. De staatssecretaris heeft tijdens het debat toegezegd dat deze inventarisatie bijna gereed is. In januari wordt deze met de sector besproken en daarna zal hij de Kamer informeren. De Kamer kan voor 15 februari de concrete aanpak tegemoet zien.
Regeldruk
Dit kabinet heeft aan het begin van deze regeerperiode de ambitie uitgesproken om 2,5 miljard euro aan lastenverlichting te realiseren. Deze ambitie heeft het kabinet omgezet in daden. Een deel van deze lastenverlichting is bewerkstelligd in de agrosector. Natuurlijk had ik graag een groter voordeel voor de sector behaald. Toch ben ik blij met elk resultaat. Een aantal voordelen van lastenverlichting voor het agrocluster zijn: invoegen van agrarische activiteiten in het activiteitenbesluit, verminderen van toezichtlasten in de vleesketen en afschaffen bedrijfsregister agrarische bedrijven.

Ook de maatwerkaanpak voor het agrocluster heeft een aantal gesignaleerde knelpunten opgelost.
Maar dit is wat mij betreft niet voldoende. De lastenverlichting in het agrocluster wordt nog onvoldoende gevoeld en daarom heb ik het kabinet gevraagd een stap verder te gaan. Op verzoek van de VVD wordt er een digitaal Agroloket geopend waar ondernemers rechtstreeks hun klachten over regelgeving en belemmeringen voor nieuwe ontwikkelingen kunnen melden. Minister Henk Kamp heeft dit voor de chemiesector gedaan. Het is de moeite waard om hier een kijkje te nemen.

Ik zal u zodra het loket geopend is op de hoogte stellen. Het is mijn inzet dat het loket voor alle sectoren toegankelijk wordt, van akkerbouw tot varkenshouderij, van tuinbouw tot melkveehouderij en van de visserij tot de pluimveesector.
Bodemvruchtbaarheid
2015 was het jaar van de bodem. De toenmalig staatssecretaris heeft een aantal gesprekken gevoerd met boeren en tuinders over dit onderwerp, maar daarna bleef het stil. De Nederlandse landbouw is hoogproductief. Dat betekent dat door de hoge opbrengst er in verhouding meer voedingsstoffen aan de bodem onttrokken worden dan er via bemesting wordt toegevoegd. De milieuregels staan slechts een beperkte hoeveelheid dierlijke mest toe om de bodem van voldoende voedingsstoffen te voorzien.

Bijna alle boeren die ik in de afgelopen periode heb gesproken, geven aan dat de bodemvruchtbaarheid achteruit holt. Dit tij moeten we zien te keren. Ik heb de staatssecretaris gevraagd om te onderzoeken of organische stoffen gebruikt kunnen worden als bodemverbeteraar zonder dat de mestplaatsingsruimte negatief wordt beïnvloedt. Een pluskwaliteit compost zou bijvoorbeeld kansen kunnen bieden. En dit past ook goed in het streven naar een circulaire economie. De staatssecretaris heeft aangegeven deze oproep over te nemen.

Ik zal de uitkomst nauwlettend volgen, omdat dit van groot belang is voor de bodemvruchtbaarheid.
In aanvulling op mijn verzoek heb ik samen met de collega’s van het CDA en de SGP een motie ingediend om dit verzoek vast te leggen. Daarnaast hebben we gevraagd om ook in het zesde Actieprogramma in het kader van de Nitraatrichtlijn boeren te stimuleren om aan beter bodembeheer te werken door bijvoorbeeld het gebruik bodemverbeteraars.
Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA)
We kennen de NVWA als organisatie die controleert op voedselveiligheid. Maar zij heeft ook een belangrijke rol in de exportcertificering. Tijdens de begrotingsbehandeling heb ik aangegeven dat dit onderdeel van de NVWA over het algemeen goed functioneert. Dit komt natuurlijk ook omdat een aantal taken van de NVWA is overgedragen naar de NAK (Nederlandse Algemene Keuringsdienst). De kwaliteit van controles en de afgifte van exportcertificaten is hoog en de kosten zijn in vergelijking met de tarieven van de NVWA laag. Ik heb er voor gepleit om de NAK als een positief voorbeeld te zien en meer taken van de NVWA uit te besteden aan laboratoria of onderzoeksinstellingen.
Binnenkort spreekt de Kamer over de NVWA. Op initiatief van de VVD wordt de Kamer breder geïnformeerd over het verbeterplan van de organisatie. Ik zal tijdens dit debat zeker ingaan op vele voorbeelden die ik wekelijks krijg over het functioneren van de NVWA en daarnaast ook stilstaan bij de tarieven die worden doorberekend aan het bedrijfsleven. Wordt dus vervolgd.